uit "Pinksteren in beweging"

P. Quist

P. Quist werd in het jaar 1905 te Goes geboren.
Al heel jong wist hij zich een kind van God.
Op een stoof staande gaf hij zijn eerste preek.
Toen hij 15 jaar was begon hij te werken in een bakkerij.
Later verhuisde hij naar Rotterdam, waar hij eerst een sigarenzaak en daarna een kruideniersbedrijf begon.

Hij bezocht een huissamenkomst in Rotterdam-Noord, waar hij kennis maakte met de pinksterboodschap. Deze samenkomst werd geleid door W. Langstraat.
Quist was aanvankelijk zeer in de oppositie, maar het duurde niet lang of hij werd gedoopt met de Heilige Geest. Dit gebeurde bij Van der Woude, door wie hij eveneens in water werd gedoopt. Onmiddelijk werd Quist een ijverige medewerker in de gemeente.
In 1938 werd hij mede-voorganger en leidde het werk in de Oranjeboomstraat.

In 1947 trok Quist naar het noorden, waar hij tot 1950 met veel vrucht mocht arbeiden. In Stadskanaal waren enkele gelovigen al meer dan twaalf jaar aan het bidden, dat God hen een dienstknecht zou sturen.
In augustus 1947 sprak Quist in een gemeente te Valthe. Enige aanwezigen uit Stadskanaal werden diep getroffen door zijn prediking. Op hun verzoek begon Quist een werk in Stadskanaal. Er werden huissamenkomsten gehouden bij de families De Groot en Klooster. In Oktober werd de vergaderzaal van Café Buinermond gehuurd. Tegelijkertijd werd in het naburige Alteveer ook een werk gestart. De boodschap sloeg in; er vonden enkele genezingen plaats.
Een mevrouw uit Nieuwe Pekela, die gedurende zeven jaren aan tuberculose leed, werd genezen van haar ziekte. Zij vertelde hierover: 'Toen broeder Quist met mij bad, voelde ik de kracht van de Here door mijn gehele lichaam stromen en al het hinderlijke eruit weggaan.' Voorheen mocht ze niet fietsen en was zij nauwelijks in staat een samenkomst te bezoeken. 'Nu fiets ik elke zondag naar de samenkomst te Alteveer en ook bezoek ik de samenkomsten te Stadskanaal, wat ruim één uur fietsen is. Volgens de dokter is mijn lichaam geheel genezen.'
Een mevrouw uit Stadskanaal, die een zeer pijnlijke nieraandoening had, schreef: 'Broeder Quist vroeg of ik geloofde, dat mijn Heiland mij terstond kon genezen. Nadat ik gezegd had dat ik zulks geloofde, bad hij met mij. Direct verlieten mij de pijnen en werd ik door de Here Jezus genezen. Deze week fietste ik voor het eerst sinds tien jaren en heb er niets door geleden. Jezus is waarlijk opgestaan.'

Binnen vijf maanden werden in drie doopdiensten 49 mensen gedoopt. Op 4 Oktober 1948 hield men de vierde doopdienst, waarbij 20 mensen zich lieten dopen. Ongeveer 300 personen maakten dit feest mee.

In dezelfde maand werd het gebouw 'Sta Pal' met een stuk grond aan de Molenwijk 29 gekocht.
Een jaar later werd de zaal verbouwd en aanmerkelijk vergroot.

Naast het werk in Stadskanaal en Alteveer, arbeidde Quist in Elim, Vroomshoop en Apeldoorn. Quist kreeg hulp van George C. Slager, een Amerikaanse zendeling die daarvoor in China had gewerkt, en van enkele jonge mensen als Gerrit en Mientje Klumper en Wout van Beek. Op 16 Oktober 1949 aanvaardde Quist het voorgangerschap in de gemeente te Valthe.



E. A. Graf (geboren 1913)


Met instemming van Quist schreef het echtpaar Klumper enige brieven naar
mede-afgestudeerden aan de bijbelschool in Engeland. Zo ontving Ernst Graf in
Zürich een brief van het met het verzoek om naar Nederland te komen. Graf
verstond hierin Gods leiding. Zijn baan, hij was chefkok, werd opgezegd en in
1950 kwam hij met zijn vrouw en twee dochters naar Stadskanaal. In Nederland
moest Graf leren wennen aan geheel andere geuren, dan die van de Zwitserse
keuken. Hij kreeg namelijk een koeiestal als woning toegewezen. Zodra in April
de koeien de weide in waren gegaan, werden met een mestkar de meubels van Graf
binnen gebracht. Vanuit Stadskanaal pionierde hij in Emmen, Groningen, Nieuw
Bidding, Winschoten, Hoogeveen, Vroomshoop en Assen. Het gebouw 'Sta Pal' in
Stadskanaal stond de uitbreidingsplannen van de burgerlijke gemeente hinderlijk
in de weg en diende te verdwijnen. Op 1 september 1956 opende Graf een prachtig
eigen gebouw aan de J.F.H. Meijerstraat 6

In 1960 verhuisde Graf naar Groningen om de leiding op zich te nemen van de bijbelschool aldaar.
In Stadskanaal werd het werk voortgezet door Bart Elling en sinds 1972 door R M. Oving (gedurende een aantal jaren samen met Jan Mulder) Hij werd opgevolgd door achtereenvolgens Jacob Wubs, Hans Nieuwburg en  Aart Langevoort.